Algemeen

Hoofdlijnen

Inleiding

In dit hoofdstuk geven wij u op hoofdlijnen inzicht in het verloop van de begroting en de actuele financiële ontwikkelingen. In het hoofdstuk Financiën vindt u een uitgebreide specificatie van de financiële effecten van deze 1e voortgangsrapportage. Bij de 1e voortgangsrapportage zijn alle effecten boven de € 25.000 in beeld gebracht.

Exploitatie (bedragen x€ 1.000)

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Begroting
2026

Meerjarenbegroting 2023-2026

-392

3.709

5.508

-1.948

Tot 1e voortgangsrapportage

-24

85

108

226

Saldo tot de 1e voortgangsrapportage

-416

3.794

5.616

-1.721

Mutaties 1e voortgangsrapportage

1. Autonome ontwikkelingen

-919

488

365

2.306

2. Actualisatie bestaand beleid

-4.516

-2.203

-1.975

-2.151

3. Nieuw beleid

-62

0

0

0

Totaal 1e voortgangsrapportage

-5.496

-1.715

-1.610

155

Begrotingssaldo na de 1e voortgangsrapportage

-5.912

2.079

4.006

-1.566

Toelichting financieel meerjarenbeeld

Het saldo in de primitieve begroting 2023 was € 392.000 negatief. De mutaties die volgen uit deze 1e voortgangsrapportage (VGR) komen in 2023 uit op een nadeel van €5.496.000.
Veel mutaties hebben betrekking op loon- en prijsstijgingen, voor een deel bij verbonden partijen. Maar ook de zorgkosten, zowel jeugd als Wmo, hebben een grote impact in deze voortgangsrapportage. Op basis van de uitkomsten van 2022 moeten de ramingen voor de zorgkosten voor 2023 naar boven worden bijgesteld. Ook de uitkeringslasten (BUIG) zijn geactualiseerd en laten een nadeel zien in 2023.
Compensatie voor de gestegen kosten verwachten wij van het rijk. Vooruitlopend op de meicirculaire veronderstellen wij geen volledige compensatie van het rijk en daarmee drukken de gestegen lasten op het begrotingsresultaat.

Het totaal van de mutaties leidt tot een geactualiseerd begrotingssaldo voor 2023 van € 5.912.000 negatief. Omdat een aantal mutaties structureel doorwerken verslechtert ook het begrotingsresultaat voor de komende jaren. De jaren 2024 en 2025 blijven positief, 2026 blijft negatief.

Mutaties met een financieel effect van € 100.000 of meer:

Hieronder vindt u een tabel waarin de mutaties met een budgettair effect op de begroting van meer dan € 100.000 worden gepresenteerd. Daarna worden deze mutaties toegelicht.

Bedragen x € 1.000

Mutatie omschrijving

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Overzicht van de mutaties >= € 100.000

1. Autonome ontwikkelingen

-686

470

347

2.288

Actualiseren uitkeringslasten en baten

-400

N

0

V

0

V

0

V

Algemene uitkering - september- en decembercirculaire 2022

913

V

-14

N

-776

N

1.096

V

Algemene uitkering - vrijval stelposten

1.130

V

1.232

V

1.335

V

1.389

V

Bijdrage aan MGR - module WgSW (sociale werkvoorziening)

-478

N

0

V

0

V

0

V

Bijdrage gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers - programma RSD

-260

N

0

V

0

V

0

V

Bijdrage VGGM - brandweer

-192

N

0

V

0

V

0

V

Dividend Alliander

-120

N

0

V

0

V

0

V

Effecten cao

-1.106

N

-1.106

N

-1.106

N

-1.106

N

OZB-niet-woningen

1.130

V

1.130

V

1.130

V

1.130

V

OZB-woningen

115

V

115

V

115

V

115

V

Rentelasten i.v.m. aantrekken vaste geldlening 20 miljoen

-325

N

-366

N

-351

N

-336

N

Stijgende gas- en elektriciteitskosten

-1.093

N

-522

N

0

V

0

V

2. Actualisatie bestaand beleid

-4.159

-2.241

-2.036

-2.172

Actualisatie investeringen onderwijshuisvesting primair onderwijs (PO)

0

V

0

V

198

V

0

V

Actualisatie investeringen Ruimtelijke Ontwikkeling (programma 2)

81

V

145

V

176

V

165

V

Actualisatie raming uitvoeringskosten Omgevingswet

190

V

0

V

0

V

0

V

Bijstelling eigen bijdragen Wmo

100

V

100

V

100

V

100

V

Bijstelling raming leges omgevingsvergunningen

-100

N

0

V

0

V

0

V

Herstelplan continuïteit Pluryn

-315

N

0

V

0

V

0

V

Inhuurverplichtingen sociaal domein

-500

N

0

V

0

V

0

V

Kostenstijging Jeugdhulp

-1.259

N

-1.259

N

-1.259

N

-1.259

N

Kostenstijging Wmo hulp bij huishouden en begeleiding

-975

N

-998

N

-1.022

N

-1.049

N

Kostenstijging Wmo woningaanpassingen en hulpmiddelen

-230

N

-230

N

-230

N

-230

N

Minimabeleid - Energietoeslag 2023

-1.151

N

0

V

0

V

0

V

Vrijval actief en afschrijvingslasten advies en planvorming A15 en A12

0

V

0

V

0

V

100

V

(V = Voordeel; N = Nadeel)

Toelichting bij de mutaties met een financieel effect van € 100.000 of meer:

1. Autonome ontwikkelingen

Actualiseren uitkeringslasten en baten   400.000 N
De ramingen zijn aangepast aan de prognose van de RSD (ontwikkelingen tot en met februari 2023) en aanpassing van het voorlopig BUIG budget waarbij rekening is gehouden met verhogingen in verband met de aanpassing van het 'Wettelijk Minimum Loon' en het effect hiervan voor de uitkeringslasten/-baten.

Algemene uitkering - september- en decembercirculaire 2022   913.000 V
In de decembercirculaire 2022 heeft het Rijk een fout met betrekking tot de WOZ-ramingen in de septembercirculaire 2022 gecorrigeerd. Om die reden presenteren wij deze twee circulaires gezamenlijk. De septembercirculaire 2022 laat naast het accres ook een correctie loon- en prijsontwikkeling zien als gevolg van een gewijzigde berekeningsmethodiek door het Rijk. Hierover hebben wij u in RIB 2022-066 geïnformeerd. In de algemene uitkering zit een compensatie vanwege gestegen inflatie. Dit bedrag van € 930.000 zetten wij apart om de budgetten te verhogen met de gestegen inflatie. Het Rijk raamt de vergoeding voor het BCF onder plafond niet structureel. Dit leidt tot incidentele voordelen in de jaarrekening. Om dit te voorkomen nemen we hiervoor een structurele stelpost op van € 700.000. In de septembercirculaire is voor 2026 eenmalig een rijksbijdrage opgenomen voor een bedrag van € 2.191.000. Hierdoor verplaatst het ravijnjaar zonder rijksmaatregelen zich naar 2027.

Algemene uitkering - vrijval stelposten   1.130.000 V
Vanuit de algemene uitkering is op basis van de september- en decembercirculaire 2022 een stelpost opgenomen van € 930.000. Zie ook de toelichting in deze voortgangsrapportage met betrekking tot de algemene uitkering. Omdat er in deze voortgangsrapportage veel mutaties zijn die betrekking hebben op loon- en prijsstijgingen zetten wij deze stelpost in.
Naast deze stelpost hebben bij ook nog een stelpost groei. Deze stelpost loopt op van € 200.000 in 2023 tot € 459.000 in 2026. Wij stellen voor om ook deze stelpost ook in te zetten bij deze voortgangsrapportage.

Bijdrage aan MGR - module WgSW (sociale werkvoorziening)   478.000 N
De hogere bijdrage aan de MGR voor de module WgSW is veroorzaakt door de loonkostenontwikkeling (CAO en verhoging van het minimumloon), extra incidentele uitkering en aanpassingen gebaseerd op het aantal arbeidsjaren per gemeente op 30-10-2022. De structurele effecten worden verwerkt in de 'Kadernota 2024-2027'

Bijdrage gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers - programma RSD   260.000 N
I.v.m. hogere CAO afspraken en overige prijsstijgingen, t.o.v. de primitieve begroting, zijn wijzigingen doorgevoerd in de begroting 2023 van de gemeenschappelijke regeling voor het programma RSD (regionale sociale dienst). De hogere bijdrage heeft betrekking op de exploitatie, dienstverlening en participatie. De structurele mutaties voor de meerjarenbegroting 2024-2027 worden verwerkt in de Kadernota.

Bijdrage VGGM - brandweer   192.000 N
in de begroting 2024 van VGGM is een verhoging opgenomen in verband met loon- en prijsindexatie. Deze toename is een direct gevolg van de hoge inflatie resulterend in sterke loonstijging en prijsstijging van huur, onderhoudskosten en ICT-middelen.

Dividend Alliander   120.000 N
In 2022 behaalde Alliander een nettoresultaat van € 198 miljoen (2021: € 242 miljoen). De bedrijfskosten zijn gestegen als gevolg van hogere kosten voor de netverliezen en hogere tarieven die door TenneT in rekening worden gebracht. Het lagere resultaat heeft gevolgen voor de uitkering van het dividend.

Effecten cao   1.106.000 N
Op 6 april is er een definitief cao-akkoord voor de gemeentelijke sector gesloten. Er is een salarisstijging voor iedereen afgesproken, waarbij de nadruk ligt op medewerkers in de eerste schalen in het loongebouw. Gemiddeld voor onze medewerkers komt de stijging uit op ± 8%, waarbij we in de begroting met 3,3% hadden gerekend.

OZB-niet-woningen   1.130.000 V
Op basis van nieuwe gegevens ramen we een structurele meeropbrengst OZB niet-woningen van € 1.130.000. Oorzaak is met name de WOZ-waardestijging van de courante niet-woningen die bij de tariefberekening in september 2022 nog niet in beeld was. Het gaat om een stijging van ± 16%. Zoals gebruikelijk is de tariefberekening gebaseerd op een geschatte WOZ-herwaardering. Hierin nemen we areaalontwikkeling en leegstand mee. In de periode tussen de inschatting in september 2022 en de definitieve aanslagoplegging in februari 2023 scherpen onze taxateurs de herwaardering aan. De totale WOZ-waarde van de niet-woningen heeft een verband met de algemene uitkering.

OZB-woningen   115.000 V
Bij de OZB woningen schatten we een structurele meeropbrengst in van € 115.000. Dit is ongeveer 1,5%. Wij vinden dit een acceptabel verschil.

Rentelasten i.v.m. aantrekken vaste geldlening 20 miljoen   325.000 N
Op 8 maart is er een nieuwe vaste geldlening van 20 miljoen aangetrokken bij de Provincie Noord-Brabant met een looptijd van 25 jaar tegen een rentepercentage van 3,30%.

Stijgende gas- en elektriciteitskosten   1.093.000 N
In de ontwikkelingen binnen programma 0 hebben wij u geïnformeerd over de stijgende gas- en elektriciteitskosten. Op basis van deze gegevens hebben wij de gaskosten in 2023 verhoogd met € 119.000 en de elektriciteitskosten met € 1.254.000. Doordat de elektriciteitskosten deels betrekking hebben op riolering (€ 280.000), kunnen we dit binnen de rioolheffing verrekenen. Het restant bedrag voor gas en elektriciteit (€ 1.093.000) komt in 2023 ten laste van het resultaat. Het gaat om een programma overstijgende wijziging.

Voorzichtigheidshalve hebben we de gas- en elektriciteitslasten voor 2024 ook verhoogd. Doordat op dit moment 40% van de prijzen zijn vastgeklikt verwachten wij in de 2e voortgangsrapportage een accuratere inschatting te kunnen maken. De stijging van de gas- en elektriciteitskosten heeft in 2024 een negatief effect van respectievelijk € 59.000 en € 462.000.

2. Actualisatie bestaand beleid

Actualisatie investeringen onderwijshuisvesting primair onderwijs   198.000 V in 2025
Wij hebben de raming van de fasering voor de investeringen in de onderwijshuisvesting (primair - onderwijs)
Bijstelling raming leges omgevingsvergunningen   100.000 N
Wij zien op dit moment een afname van grotere woningbouw plannen, mogelijk door de gestegen kosten voor bouwmaterialen en hogere rentes. Dit geldt niet voor de verbouw en het herstellen van woningen en gebouwen (verduurzaming). Hierdoor blijft de raming van de legesopbrengsten achter. Een nadeel in 2023 van € 100.000.

Herstelplan continuïteit Pluryn   315.000 N
Om de continuïteit van jeugdhulp die door Pluryn wordt geleverd te waarborgen is regionaal akkoord gegaan met een tariefsverhoging in 2023 voor het product 'driemilieusvoorzieningen'.  Het betreft een aanpassing voor 2023 in afwachting van de uitkomsten van het meerjarenplan dat Pluryn in samenwerking met de regio's opstelt. Dit meerjarenplan moet leiden tot een structureel herstel.

Inhuurverplichtingen sociaal domein   500.000 N
Het aantal consulenten binnen het sociaal domein blijkt uit een externe caseloadberekening structureel te laag. In 2022 hebben wij middelen gevraagd en gekregen voor formatie vanaf 2023.
De afgelopen maanden zijn wij hiervoor aan het werven. Ondanks dat wij al een aantal vacatures hebben weten in te vullen zien wij ons ook in 2023 genoodzaakt om aanvullend gebruik te maken van externe expertise om de reguliere werkzaamheden uit te kunnen voeren.
Kosten voor inhuur zijn per definitie hoger dan vaste formatie. Wij vragen daarom een inhuurbudget voor 2023 van € 500.000.

geactualiseerd. De fasering betreft vooral investeringen voor de herontwikkeling van de locatie Vestersbos. Dit leidt tot een eenmalig voordeel, incidenteel lagere afschrijvingslasten in 2025.

Actualisatie investeringen Ruimtelijke Ontwikkeling (programma 2)   81.000 V
Wij hebben de startdatum van 3 investeringsprojecten van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling met 1 jaar in de tijd verschoven. Het gaat hierbij om "Gebiedsopgave Babberich met Witte Kruis", "Planvorming herinrichting Doesburgseweg" en "Vervanging fietstunnel onder de weg 7Poort". Deze projecten zijn afhankelijk van externe besluitvorming. Daarnaast hebben wij ook een aanpassing in de kapitaallasten verwerkt omdat wij hebben vastgesteld dat bepaalde afschrijvingstermijnen niet overeenkwamen met de eisen uit het BBV. Dit leidt tot een structureel voordeel van de kapitaallasten vanaf 2023 van € 81.000 oplopend naar € 142.000 in 2025 en 2026 en vanaf 2027 tot € 122.000. Daarnaast is in 2024, 2025 en 2026 een eenmalig voordeel te zien van € 23.000, € 34.000 resp. € 23.000.

Actualisatie raming uitvoeringskosten Omgevingswet   190.000 V
De invoering van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 januari 2024. Daardoor valt het bedrag dat begroot is voor 2023 vrij ten gunste van het begrotingssaldo. Een eenmalig voordeel van € 190.000.

Bijstelling eigen bijdragen Wmo   100.000 V
We zien de uitgaven voor Wmo alsmaar stijgen. Dit betekent ook dat de eigen bijdrages stijgen.
Wij verwachten de inkomsten in verband met eigen bijdrages structureel te kunnen verhogen van € 330.000 naar € 430.000.

Kostenstijging Jeugdhulp   1.259.000 N
Bij de jaarrekening 2022 is gebleken dat de kosten voor jeugdhulp fors zijn gestegen, zowel door prijs- als ook door volumestijgingen.
Wanneer wij de werkelijke uitgaven van 2022 als uitgangspunt nemen voor de uitgaven 2023 dan blijkt dat de ramingen onvoldoende zijn. Wij stellen voor om de budgetten vanaf 2023 te baseren op de realisatiecijfers van 2022, verhoogd met een prijsstijging van 4,95% (conform regionale afspraken). Dit betekent een verhoging van de jeugdhulpbudgetten met afgerond € 1,25 mijoen per jaar.

Kostenstijging Wmo hulp bij huishouden en begeleiding   975.000 N
Gebleken is dat de Wmo-kosten in 2022 voor hulp bij het huishouden en begeleiding harder zijn gestegen dan ingeschat. De stijging wordt zowel veroorzaakt door prijs- en hoeveelheidstijgingen.
Wij stellen voor om de uitgaven van 2022 als basis te nemen voor de budgetten vanaf 2023 en deze te verhogen met een prijsstijging van 4,95% (conform regionale afspraken).

Kostenstijging Wmo woningaanpassingen en hulpmiddelen   230.000 N
De kosten voor woningaanpassingen stijgen. Ook het aantal woningaanpassingen neemt toe, dit vooral doordat inwoners langer thuis moeten blijven wonen. Wij stellen voor om het budget voor woningaanpassingen structureel te verhogen met € 90.000 per jaar.
Daarnaast zien we een sterke stijgen van de kosten voor Wmo-hulpmiddelen. Dit komt vooral doordat de leverancier de huurtarieven voor hulpmiddelen contractueel vanaf 2023 met 14% mocht verhogen. Wij zien ons daarmee genoodzaakt om de budgetten structureel met € 140.000 te verhogen. Bij elkaar (woningaanpassing en hulpmiddelen) vragen wij een extra budget van € 230.000.

Minimabeleid - Energietoeslag 2023   1.151.000 N
De gemeenten hebben ook in 2023 de mogelijkheid gekregen door aanvullende maatregelen om huishoudens te ondersteunen bij het voldoen van de energierekening. Hiervoor zijn via de decembercirculaire 2022 extra middelen ontvangen (€ 500 per huishouden). Via de meicirculaire 2023 wordt bekend hoeveel aanvullende middelen wij ontvangen voor aanvulling van de toeslag tot € 1.300. Deze gaan we t.z.t. in de 2e voortgangsrapportage 2023 verwerken. Naast deze middelen zijn extra middelen ontvangen om zowel via vroegsignalering als via de bijzondere bijstand gericht hulp aan te bieden.

Vrijval actief en afschrijvingslasten advies en planvorming A15 en A12   100.000 V in 2026
Voor advies en begeleiding voorbereiding en uitvoering project A15/A12 is door de raad in de digitale vergadering van 9 april 2020 een bedrag van € 500.000 beschikbaar gesteld. Hiervoor is vanaf 2026 voor de duur van 5 jaar een afschrijvingslast opgenomen van € 100.000 per jaar. Bij nadere bestudering van het BBV is gebleken dat dit budget niet voor activering in aanmerking komt. Met deze begrotingswijziging laten wij het investeringsbedrag en de afschrijvingslasten vrijvallen. In deze 1e VGR treft u een andere begrotingswijziging aan waarin aan u wordt voorgesteld een bestemmingsreserve te vormen voor een bedrag van € 500.000.

Deze pagina is gebouwd op 05/15/2023 13:46:14 met de export van 05/15/2023 13:25:50